Door Jeroen Geerts.
Foto: Patryk Choiński |
Op de roltrap in Den Haag kwam ik hem tegen. Een oude vriend van lang geleden. We hadden enorm veel met elkaar opgetrokken in onze jeugdjaren. Op een gegeven moment is het contact verwaterd en bleef het bij een kerstkaartje een keer per jaar.
Maar het was leuk om hem weer eens tegen te komen. Hij bleek nog steeds nauw betrokken bij de judo-vereniging. Zijn grote passie naast muziek en dan met name de Golden Earring. Ook had hij nog contact met een deel van de vriendenclub van vroeger.
Wij maakten toen met een clubje van 6 of 7 man de buurt onveilig bij de Vreeswijkstraat in Den Haag. Ze bleken nog steeds bij elkaar te komen en dan met name om te sporten onder leiding van een van hen.
Met mijn uitgezakte lichaam dacht ik dat het a: wel goed was om eens mee te doen en b: dat het leuk zou zijn om de oude club weer eens tegen te komen. Ik zou ook naar de wekelijkse sportavond komen.
Het was ook inderdaad leuk om ze weer tegen te komen. De sport minder. Ik ben nu eenmaal geen sporter en een van de leden van de club van vroeger beulde ons allemaal af. Iedereen werd tot het randje gedreven. Het was nogal een aanslag, aangezien ik nooit aan sport deed en daar meteen werd geconfronteerd met dumbels, gewichtheffen en "kijken hoe ver je kan gaan".
Compleet afgedraaid kwam ik thuis. Het was gezellig, ja. De dag erna knaagde van alles aan mijn lichaam. Spierpijn slaat natuurlijk pas na twee dagen onverbiddelijk toe. Dat was zaterdag en ik zat op de bank. Mijn armen wijd gespreid. Niet in staat ze te bewegen. Nog nooit zo'n spierpijn gevoeld. De dokter moest alleen maar lachen. "Langzaam opbouwen, Geerts, lang-zaam op-bouwen!" Het bleef bij die ene keer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten