Op een druilerige vrijdagmiddag, toen het leek alsof de grijze lucht me persoonlijk probeerde te ontmoedigen, besloot ik impulsief naar een Duitse kerstmarkt te gaan. Waarom? Omdat niets "gezelligheid" schreeuwt zoals een overbevolkte markt met kerstlampjes en een overdosis kaneel in de lucht. De bestemming: Düsseldorf, een stad die klinkt alsof het je portemonnee al leegtrekt bij het uitspreken.
Met de trein arriveerde ik in een chaos van mensen in jassen die allemaal wanhopig op zoek leken naar de magische combinatie van Glühwein en goedkope souvenirs. De eerste kraam die ik tegenkwam verkocht houten rendieren. "Handgemaakt," zei de verkoper trots, terwijl ik dacht: Ja, door een machine in China misschien.
Na vijf minuten struinen wist ik het zeker: ik had Glühwein nodig om dit vol te houden. Bij de eerste kraam bestelde ik een mok. De verkoper, een man met een baard die zo indrukwekkend was dat ik vermoedde dat hij 's nachts als kerstman werkte, overhandigde me een warme mok gevuld met rode vloeistof en een hoop kerstgeur. De eerste slok smaakte naar kerst... en naar het soort kater waar ik later spijt van zou krijgen.
Met de Glühwein in de hand vervolgde ik mijn tocht. De markt leek een eindeloos labyrint van kraampjes die allemaal hetzelfde leken te verkopen: kerstballen, kaarsen, en worsten. Een kraam met 'authentieke' Duitse gehaktballen trok mijn aandacht. Ik bestelde er één en kreeg een bal zo groot dat ik even twijfelde of ik een munitiefabriek was binnengelopen. Maar eerlijk is eerlijk, het smaakte geweldig. Vet, kruidig en perfect om de Glühwein te temperen die inmiddels als een warm deken in mijn maag lag.Terwijl ik at, begon het zachtjes te sneeuwen. Het leek bijna alsof iemand boven op een knopje had gedrukt om de "kerstervaring" compleet te maken. Het was perfect... tot ik besefte dat mijn vingers bevroren waren en de sneeuw veranderde in een plakkerige brei.
Ik waagde me naar een kraam waar handgemaakte mutsen werden verkocht. De verkoper, een vrouw die eruitzag alsof ze al dertig jaar in een Scandinavische fjord woonde, verzekerde me dat de muts "echt wol" was. Ik zette hem op en voelde meteen een kriebel opkomen waarvan ik wist dat het me de rest van de avond zou kwellen.
Toen de avond viel, begonnen de lampjes op de markt echt te schitteren. Het was bijna magisch. Bijna, want de magie werd regelmatig doorbroken door schreeuwende kinderen en een man met een accordeon die "Jingle Bells" speelde op een manier die klonk alsof het instrument voor zijn pensioen smeekte.
Voordat ik de trein terug nam, kocht ik nog een "authentieke" kerstbal. Thuis bleek later dat er "Made in Taiwan" op stond, maar op dat moment voelde het alsof ik een stukje van de markt had meegenomen.
In de trein, omringd door andere vermoeide dagjesmensen met hun eigen Glühwein-gelukkige gezichten, dacht ik terug aan de dag. Het was hectisch, chaotisch, en eerlijk gezegd best koud. Maar met de geur van kaneel in mijn jas en de kriebelende muts op mijn hoofd, voelde ik me toch een beetje zoals die kerstballen in de etalages: glanzend, kleurrijk, en net een tikje te veel versierd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten