Het eindeloze afscheid


Daar stond ik dan, op het punt om te vertrekken. Tas in de hand, zonnebril op, klaar voor de bus naar de haven. “Ya sou, Kosta! Ik moet gaan, hè.” Kosta, de eigenaar van de taverna, keek me bedachtzaam aan. “Maar eerst nog een koffie.” Voor ik kon protesteren stond er al een ijskoude frappé voor mijn neus. Tja, Griekse logica: tijd bestaat niet.


Twintig minuten later stond ik op, schudde handen, bedankte nog een keer. “Ja, maar je hebt Yannis nog niet gedag gezegd!” Yannis, de bedachtzame oude man, die rustig zijn komboloi ronddraaide in de schaduw, knikte me toe en wenkte. “Kom, één ouzo voordat je gaat. 'n Kleine.” Een ‘kleine’ ouzo werden uiteraard meerdere kleine glaasjes, en na wat lachende anekdotes en knipoogjes zat ik alweer een uur verder.


De klok tikte. “Oké, nu ga ik écht.” Maar, net toen ik de hoek omging, stond Maria op haar stoep. “Eet je wel genoeg?" zegt ze terwijl ze lachend met haar vinger in mijn buik prikt. "Neem nog wat spanakopita mee!” Geen nee tegen te zeggen. Zo geschiedde het dat mijn tas, die eerst licht was, ineens gevuld werd met een halve bakkerij en lekkere hapjes.


Eenmaal aangekomen bij de soort van bushalte, zag ik de chauffeur me al tegemoet lopen. “Ah, jij gaat weg? Nou, eerst een sigaretje, we hebben tijd. Wil je ook frappé?” En zo kabbelde de laatste minuten van de ochtend verder, in wat ik alleen maar kan omschrijven als de Griekse manier van afscheid nemen: langzaam, uitgebreid, en vol liefde.


Of ik de boot uiteindelijk haalde? Natuurlijk niet. Maar dat gaf niks, er is altijd morgen... of overmorgen.

“Let’s go Greek”


Een tijd geleden las ik een kostelijk boek over uitdrukkingen die verwijzen naar Nederlands gedrag. In ‘De Dutchionary’ zien we daar allemaal voorbeelden van. We kennen allemaal de uitdrukking ‘Go Dutch’ wel, waarbij we bijvoorbeeld in een restaurant de rekening minutieus delen tot op 5 cijfers achter de komma en vervolgens een ‘Tikkie’ sturen naar alle deelnemers. 

De meeste uitdrukkingen in het boek zijn dan ook niet erg positief als er naar Nederland of Nederlanders wordt verwezen. Maar bestaat zoiets nou ook voor Griekenland? Ik heb het uitgezocht en jawel, er is een hele reeks uitdrukkingen die betrekking hebben op Griekenland en hun cultuur of gedrag.  Hier een kleine bloemlezing:  

"Go Greek" Stap over op de Griekse modus: laat de stress varen en geniet van het moment. Bijvoorbeeld: ruil je strakke werkagenda in voor een lange lunch met vrienden, compleet met mezze, ouzo en eindeloos kletsen. Dat is het echte "Go Greek".

"Break plates like a Greek"
Vier het leven uitbundig, zelfs als dat betekent dat je letterlijk of figuurlijk iets moet breken. Stel je voor: je hebt eindelijk een grote klus afgerond, dus je gooit de confetti in het rond of - in echte Griekse stijl - een bord tegen de muur. Opa!

"Speak Greek to me"
Perfect voor die situaties waarin iemand iets zegt wat jij totaal niet begrijpt. Als je collega een ingewikkelde spreadsheet uitlegt of je schoonvader over carburetors begint, antwoord je gewoon met een lach: "Speak Greek to me!"

"It’s all Greek to me"
Die klassieke uitdrukking voor wanneer iets compleet onbegrijpelijk is. Bijvoorbeeld: je kijkt naar het receptenboek van je oma, vol oude handgeschreven Griekse aanwijzingen, en mompelt: "It’s all Greek to me."

"Dance Greek style"
Laat je volledig gaan op de dansvloer, net als bij een Griekse sirtaki. Je hoeft niet eens de passen te kennen; het gaat om de energie en het plezier. Stel je voor dat je in een kring staat met vrienden, armen om elkaar heen, en gewoon lekker meebeweegt.

"Go full Greek"
Duik volledig in het moment en omarm het Griekse genieten. Denk aan een barbecue-avond: zorg voor een overvloed aan eten, breng iedereen samen, en blijf urenlang napraten onder de sterren.

"Live like a Greek philosopher"
Adopteer de wijsheid van Plato of Aristoteles, en gooi af en toe een wijze spreuk in de groep. Bijvoorbeeld tijdens een discussie: "Zoals Socrates al zei: het enige wat ik weet, is dat ik niets weet." Grote kans dat iedereen stilvalt en jij er als de slimste uitziet.

"Throw a Greek wedding"
Organiseer een feest dat zo groot en chaotisch is dat het nooit vergeten wordt. Denk aan tafels vol eten, muziek, dansen en iedereen die een beetje te veel ouzo heeft gedronken. Je hoeft niet te trouwen; het draait om de sfeer.

"Greek your way out"
Gebruik je charme en slimme trucs om uit een lastige situatie te komen. Bijvoorbeeld: je hebt een deadline gemist, maar je filosofeert jezelf eruit met een briljante uitleg waarom het creatieve proces tijd nodig had. Een beetje listig, maar altijd met stijl.

"Share it Greek style"
Alles op tafel, iedereen mag mee-eten. Bestel een hoop gerechten in een restaurant en deel ze met de hele tafel, zoals de Grieken dat doen. Een simpele, maar verbindende manier van genieten.

"Don’t pull a Greek tragedy"
Blijf kalm en maak het niet erger dan het is. Als je beste vriendin klaagt over een klein vlekje op haar nieuwe jurk, kun je haar geruststellen met: "Rustig, joh, don’t pull a Greek tragedy."

"Eat like a Greek god"
Laat je gaan en geniet zonder schuldgevoelens van goed eten. Stel je een maaltijd voor met feta, moussaka, gyros en olijfolie die rijkelijk vloeit. Of je nu thuis bent of op vakantie, eet alsof je op Olympus woont.

"Find your inner Greek"
Vertraag, geniet en leef alsof de tijd even stil staat. Of je nu aan een glas wijn nipt op een balkon of de zonsondergang bekijkt, dit is het moment om je innerlijke Griek naar boven te halen.

"Be Greek rich"
Wees rijk in het leven, zelfs als je portemonnee dat niet is. Vier een simpele picknick in het park alsof het een vijfsterrenmaaltijd is, want geluk zit niet in de grootte van je budget, maar in de grootte van je glimlach.

"Run like a Greek athlete"
Geef alles wat je hebt, net als de atleten in de originele Olympische Spelen. Of je nu traint voor een marathon of gewoon de bus probeert te halen, doe het met dezelfde vastberadenheid.

"Love like a Greek poet"
Laat je hart spreken en wees vol passie. Of het nu een liefdesbrief is of een spontaan gebaar, doe het met dezelfde vurigheid als de oude Griekse dichters.

"Build it Greek style"
Creëer iets tijdloos en indrukwekkends, zelfs als het een beetje improvisatie vereist. Zoals een houten boekenplank die scheef staat, maar het toch houdt. Net als het Parthenon, imperfect maar iconisch.


Een Mediterrane Parel: de taverne in Marmari

Op het Griekse eiland Kos, waar de zon het kristalheldere water van de Egeïsche Zee laat glinsteren, ligt bij een klein rustig strandje een bescheiden taverne dat de essentie van Griekse gastvrijheid belichaamt. In het plaatsje Marmari wordt dit etablissement gerund door een oudere eigenaar - door ons liefkozend 'opa' genoemd- en zijn zoon.


Het familierestaurant heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld tot een vaste waarde voor terugkerende bezoekers. De combinatie van authentieke gerechten en verfrissende drankjes vormt de basis van het succes. Opvallend detail: een koude cola kost er slechts €1,25, waarbij het originele supermarktprijsje van 65 cent nog zichtbaar is op het blikje - een toonbeeld van Griekse transparantie.



De faciliteiten zijn charmant eenvoudig. Een lange wandeling over het terrein leidt bezoekers naar het sanitair, waar de deuren weliswaar wat weerbarstig zijn, maar dit doet niets af aan de algehele ervaring. De wifi-code, een imposante reeks van 26 cijfers, prijkt op een nabijgelegen paal - waarschijnlijk vooral om het gebruik van de wifi te ontmoedigen. Alles schreeuwt: "Geniet van mijn uitzicht, van de zee, van het kleine strandje."  


Voor families met kinderen biedt het aangrenzende speeltuintje vermaak, al vraagt het verouderde materiaal om ouderlijk toezicht. De roestige speeltoestellen vertellen hun eigen verhaal van jaren trouwe dienst onder de Griekse zon.


Ondanks, of misschien wel dankzij, deze karakteristieke eigenschappen straalt de taverne een onmiskenbare gezelligheid uit. Het is geen vergane glorie, maar een levend bewijs dat authenticiteit en eenvoud hand in hand kunnen gaan met een waardevol horecaconcept. De vele terugkerende gasten bevestigen: hier schuilt de ware charme van Griekenland, ver weg van opgeklopte toeristische attracties.


Dit stukje Kos representeert wat veel reizigers zoeken in Griekenland: een ongecompliceerde, eerlijke ervaring waar kwaliteit en hartelijkheid voorop staan. Het is een plek waar herinneringen worden gemaakt, niet door overdadige luxe, maar door de oprechte gastvrijheid van een Griekse familie die hun taverne met trots runt.

Dodemansrit

We zijn eigenlijk altijd op tijd. Heb ik beetje van mijn vader.  Die zorgde er vroeger al voor dat hij zelfs als hij autopech zou krijgen, nog lopend op tijd op zijn werk zou komen. Hij vertrok altijd ruim van tevoren, niet omdat hij zo’n zenuwpees was, maar gewoon omdat hij niets aan het toeval wilde overlaten. De klok was zijn bondgenoot, de weg zijn vijand. En ik? Ik had het van hem geleerd, die drang om altijd op tijd te zijn. Het werkte geruststellend, meestal.


We zijn weer eens op een Grieks eiland. Vakantiegevoel. Het plan is om met de taxi naar het vliegveld te gaan, ruim op tijd uiteraard. Maar terwijl we wachten, begint er iets te knagen. De taxi is laat. Eerst een paar minuten, dan een kwartier. Mijn zenuwen nemen het langzaam over, alsof ik mijn vader hoor mompelen: “Zouden we niet alvast moeten gaan lopen?”

De tijd tikt door en met elke seconde wordt de reis naar het vliegveld steeds korter. Net op het moment dat ik op wil springen om een alternatief te zoeken, komt de taxi eindelijk de hoek om. Een gevoel van opluchting, maar slechts van korte duur. De chauffeur, een man van middelbare leeftijd met zonnebril en sigaret in zijn mondhoek, glimlacht ontspannen. “Je moet je geen zorgen maken,” zegt hij met een gebroken Engels accent. “Als je een taxi bestelt, kom je altijd op tijd op je bestemming.”

Mijn innerlijke klok begint harder te tikken. De weg naar het vliegveld is lang en bochtig, en de man lijkt dat niet als een probleem te zien. Integendeel. Zijn voet duwt het gaspedaal met een vastberadenheid die me ongemakkelijk maakt. Auto’s schieten voorbij, hij slingert tussen vrachtwagens door, en haalt in op plekken waar ik mijn ogen sluit. Mijn knokkels worden wit van het vasthouden aan de deurklink. Dit is geen rit meer, dit is een dodemansrit.

Maar de chauffeur blijft onverstoorbaar. “Grieks eiland, geen probleem,” mompelt hij nog terwijl hij met ruim 100 km/u over de smalle weg scheurt. Elke bocht lijkt een uitdaging die hij maar al te graag aangaat. En dan, plotseling, zonder waarschuwing, zijn we er. Het vliegveld. Op tijd. Natuurlijk.

Ik kijk naar de chauffeur en hij knipoogt. “Altijd op tijd,” zegt hij, alsof dit allemaal de normaalste zaak van de wereld is. En misschien, hier in Griekenland, is dat het ook wel.

Een ongevraagd saladecadeau

Gaat het weleens mis met de gastvrijheid op de Griekse eilanden? Jawel, niet zozeer met de gastvrijheid als wel met onze interpretatie daarvan. Na een korte zoektocht vonden we het restaurant waar onze Griekse kennis was gaan werken. Was Julia er? Nee, die kwam ‘s avonds pas. We dronken een drankje, rekenden af en besloten later weer terug te komen. 


Het restaurant ligt aan het strand en is de eerste met een regenboogvlag die naast de trotse Griekse vlag wappert. Het heeft een uitgebreide plek aan zee voor strandstoelen die per twee zijn gekoppeld. Daartussen zit een klein tafeltje en -hoe verrassend-  een kluisje daaronder waar je de kostbare spullen in kwijt kan als je de zee in loopt. Nog niet eerder gezien en superhandig. Want als voormalig stadsmens ben ik nooit de voorzichtigheid kwijtgeraakt voor het verliezen of beroofd worden van je spullen. We zullen er deze vakantie vaak bivakkeren, ook al zijn we geen strandliefhebbers. De gezelligheid overheerst en ons hotel heeft geen noemenswaardig zwembad. 


Laat in de middag parkeren wij onze scooters aan de zijkant van het restaurant en lopen het buitenterras op. Daar is Julia, onze kennis. Een bestelling wordt afgeraffeld en dan schiet ze onze kant op. Een heel ritueel van kussen, omhelzen en welkom heten volgt. Dan krijgen we een rondleiding langs het overige personeel. De kok en eigenaar, zijn zoon, andere serveersters. Het kan niet op. Op de Griekse eilanden hebben ze het ‘warme’ welkom uitgevonden. 


Tijd voor een drankje; "Wat willen jullie drinken?"  Een droge witte wijn van plaatselijke origine voor mij en een wodka met bosbessensap op speciaal recept van Julia, voor Mar. Als de drank komt gaat Julia er ook even bij zitten. Er is veel gebeurd in het winterseizoen. Ze is van haar man af, want die trok het niet dat ze veel aan het werk was in de zomer en zij trok het niet dat haar man in de winter constant om haar heen hing. Ze is nu op zoek naar een huisje in de stad. Ze heeft een eigen huis in een dorp verderop, maar daar gebeurt niet veel en is eigenlijk net te ver om haar gebroken dienst in het restaurant te draaien. Ze moet dan twee keer op en neer rijden en naast de benzine kost dat ook heel veel tijd. Het is lastig om iets leuks te vinden want ze moet een extra slaapkamer hebben voor haar zoon die meeverhuist. 


Julia is een feestbeest geworden het afgelopen winterseizoen. Op haar Facebook zagen we constant filmpjes van het volgende feestje waar ze aanwezig was, dansend en zingend. Ze heeft het naar haar zin. Blijven we eten? Ja, natuurlijk. De kaart wordt gehaald en er wordt bij gezegd dat alles aan te passen is aan onze allergische wensen, en dat zijn er nogal wat. We nemen nog een drankje. Wodka à la Julia is inmiddels een begrip in het restaurant. Of ze er nou zelf is of niet. We bekijken de kaart en komen tot de conclusie dat er best wat moet worden aangepast. Het zijn allemaal luxe gerechten waar we waarschijnlijk last van gaan krijgen. 


Dan komt een andere serveerster die een uitgebreide salade bij ons op tafel zet. Met bordjes en bestek. Dank je wel. Wat een welkom. Een man aan het tafeltje naast ons kijkt ons wat beteuterd aan, maar wenst ons vriendelijk smakelijk eten als we zijn kant opkijken. “Met zo’n salade krijg ik straks geen avondeten meer naar binnen", verzucht ik na een paar happen. “Wel lief dat ze zo goed voor ons wordt gezorgd en dat Julia nog weet van vorig jaar dat jij van de salades bent”, zegt Mar.  Dan komt Julia schaterlachend aan onze tafel staan. “Die salade is helemaal niet voor jullie, die is voor hem”, terwijl ze wijst naar de man die eerder beteuterd heeft gekeken. In rap Grieks wordt het ook aan hem uitgelegd. De man kan er gelukkig om lachen. We bieden hem een drankje aan voor de extra wachttijd, maar daar wil hij niets van weten. “Maar dan rekenen we wel de salade af.” Maar daar wil Julia niets van weten. “Die krijg je van mij”, is haar korte antwoord en weg is ze weer. Het voelt niet lekker,  alsof we deze gastvrijheid hebben afgedwongen. We maken het goed door nog stevig door te drinken, rondjes te geven en na een uitgebreid consult van de kok, ons late avondeten te nuttigen. Wie goed doet, goed ontmoet.



Je kunt me ook volgen op: