Door: Jeroen Geerts
Ik ben een fraudeur. Ik heb op een oneigenlijke manier een hoog cijfer afgetroggeld voor een werkstuk.
Foto: Jan Scheijen |
Al vanaf dat ik me kan herinneren probeer ik niet het geijkte te doen. Niet dat wat iedereen doet, juist precies iets anders zodat het opvalt. Op de middelbare school in Brabant waar ik zat, moest er een werkstuk voor muziekles worden gemaakt over een muziekband waar je de muziek van kon waarderen.
Dus de meeste leerlingen kochten een paar muziekbladen en begonnen te knippen en te plakken en via de bibliotheek achter de feitjes van hun band te komen. Dat was het.
Ik wilde natuurlijk weer wat anders en besloot een radioprogramma op te nemen met een interview er in en muziek van de band. Het zou gaan over Pink Floyd. Het interview zou worden afgenomen met de voorzitter van de Nederlandse fanclub van Pink Floyd.
Alleen ik had geen platen van de band en had ook geen idee of er een fanclub bestond en waar die dan gevestigd was. Maar creatief als ik was ging ik op bezoek bij mijn vriend in Den Haag die alle platen van Pink Floyd had en daar ook het nodige van af wist. Hij deed of hij de voorzitter van de fanclub was, de feiten die we niet wisten verzonnen we er ter plekke bij.
Elke keer als ik weer een schandaal langs zie komen van proefschriften en krantenartikelen waarin feiten verzonnen zijn en dat de koppen rollen van journalisten en professoren die daarmee gefraudeerd hebben, kijk ik met schaamrood op mijn kaken, schichtig over mijn schouder.
Toen had ik nog geen benul van de regels rond het verzinnen van feiten en lengte van programma's. Mijn voornamelijk verzonnen werkstuk van maar liefst anderhalf uur (!) werd door de muziekleraar met waardering ontvangen. De klas moest er zeker een half uur naar luisteren. Kijk zó maak je een werkstuk voor de muziekles!
Een groot excuus is op zijn plaats. Bij deze dan maar.
Ach, zolang je geen scifi-schrijver bent die een religie begint.....
BeantwoordenVerwijderenHet kan inderdaad altijd nóg erger..... ;-)
BeantwoordenVerwijderen