Door: Jeroen Geerts
Ik héb familie in België. Inmiddels best ver weg, niet zozeer in kilometers maar dan toch wel in familiaire verbanden. Ik heb zelfs geen idee in welke relatie ik tot mijn familie in België sta. (Al zou ik dat wel na kunnen gaan bij mijn broers of zus.)
Hoe ik weet dat ik familie in België heb? Nou gewoon, ik ben er samen met mijn ouders een keertje naar toe gegaan. Op een zondag. In een chique buurt in België. Ik dacht in de buurt van Antwerpen.
Foto: Michal Zacharzewski |
Het was ook een chique familie. Een beetje opgeprikt zouden we nu zeggen. Verschrikkelijk netjes allemaal. Een huiskamer vol met snuisterijen en iedereen in nette jurk of pak met stropdas. Zo klein als ik was viel het me toen al op dat er een hoop geld rondhing of in ieder geval, leek rond te hangen. Ook dat ze anders waren. Beleefd op het bekakte af. Ik durfde niets. Ja, stilzitten met mijn handen in mijn schoot.
Met een belletje werd aan de huishoudster doorgegeven dat de tafel moest worden gedekt voor de lunch. De enige lunch die ik gewend was hield doorgaans een paar belegde boterhammen in. Wel met mes en vork aan een gedekte tafel genuttigd samen met de hele familie. Soms was er ook soep.
Ook in België kwam er een terrine op tafel. Dat is een deftige soeppan. Met in de soep een uitbundig versierde opscheplepel. Voor elk van ons stond een bord. Nee geen kom, een diep bord. Met daarnaast een iets minder bewerkte, maar toch zeker bijbehorende soeplepel. Naast de terrine stond een mandje met brood en een botervloot met een botermesje.
Dat laatste kende ik. Dat hadden we thuis ook en kwam alleen op tafel als er gasten waren. Om te jennen vroeg ik dan altijd mijn moeder wat dat voor iets was, dat botermes. Waarop zij me een 'enfant terrible' noemde. (Tot in de eerst klas van het voortgezet onderwijs heb ik gedacht dat het een koosnaampje was.)
Terug in België wordt door de huishoudster een schaal met dikke plakken paté en andere vleessoorten binnengebracht. Je kon wel zien en ruiken dat dit geen smeerleverworst was. Door al het stilzitten wordt je hongerig dus toen het gebed was gedaan kon er gegeten worden. Het was heerlijk, twee borden soep en overheerlijke, vers bereidde paté. Voldaan legde ik een kwartier later mijn lepel netjes in het bord en het mesje voor de paté ernaast.
De huishoudster ruimt af en we blijven nog even aan tafel zitten. Dan komt de huishoudster opnieuw binnen, met gang twee. Verbijsterd kijk ik naar mijn vader die ook een beetje ongemakkelijk naar de schalen met aardappelen en groente en de schalen met vlees kijkt. Voor we aan de bonbon toe zijn, die als laatste werd geserveerd bij de koffie voor mijn ouders, waren er welgeteld vier exquise gangen geweest van overdadig veel voedsel. Ik kan me voorstellen dat de Belgische familie nog steeds aan mij refereert met de woorden: "..die Nederlandse schrokop....".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten