Door Jeroen Geerts
Marja heeft een nieuw pakje uit de super uitgeprobeerd. Aardappelpannenkoekjes. Een soort deegspulletje dat als een kleverige koekje in de pan wordt gemieterd en om en om wordt gebakken.
foto: balkenbrij.info |
Maar afgezien van de kleur leken de aardappelpannenkoekjes toch echt op balkenbrij. Marja wil graag weten wat dat dan was. Naspeuren op internet leert ons dat het armeluitjes voedsel was.
Balkenbrij werd gemaakt van slachtafval, meel en kruiden. De daarmee gemaakte substantie was in plakken te snijden en te bakken. Het valt daarmee in de categorie bloedworst en het Schotse haggis en speciaal om niets verloren te laten gaan van het geslachte dier. In balkenbrij zat dan ook het vlees van bijvoorbeeld de varkenskop. Gerechten zeg maar, waar beschaafd Nederland nu zijn neus voor ophaalt.
Maar ik kan me niet herinneren dat ik het destijds vies vond. Net als bloedworst trouwens. Nu ik weet wat er in zit, ben ík het natuurlijk ook vies gaan vinden. Het past in een tijd waarin we geen ratten willen eten omdat het ratten zijn, terwijl het prima vlees is. Insecten zouden het wereldwijde voedselprobleem kunnen oplossen maar we willen er niet aan. (Behalve op studentikoze feestjes.) We willen geen paardenvlees eten vanwege de aaibaarheid van het dier. (Terwijl een lammetje toch ook heel aaibaar is, denk daar maar eens aan als je die shoarma bestelt.)
Ik ben niet van het vegetarisme of de gedachte dat je zelf moet slachten wat je eet, maar ik ben er wel voor dat iedereen beseft wát je eet en hoe dat wordt klaargemaakt. Als je daar mee kan leven, prima. Ik kan dat. Maar je ogen sluiten voor hoe je eten tot stand komt is niet waardig en dankbaar naar de dieren toe die op je bord eindigen.
De aardappelpannenkoekjes vielen overigens in de categorie 'niet te vreten'. We moeten daar zelf maar iets voor gaan verzinnen in plaats van het pakje uit de super.