Gaat het weleens mis met de gastvrijheid op de Griekse eilanden? Jawel, niet zozeer met de gastvrijheid als wel met onze interpretatie daarvan. Na een korte zoektocht vonden we het restaurant waar onze Griekse kennis was gaan werken. Was Julia er? Nee, die kwam ‘s avonds pas. We dronken een drankje, rekenden af en besloten later weer terug te komen.
Het restaurant ligt aan het strand en is de eerste met een regenboogvlag die naast de trotse Griekse vlag wappert. Het heeft een uitgebreide plek aan zee voor strandstoelen die per twee zijn gekoppeld. Daartussen zit een klein tafeltje en -hoe verrassend- een kluisje daaronder waar je de kostbare spullen in kwijt kan als je de zee in loopt. Nog niet eerder gezien en superhandig. Want als voormalig stadsmens ben ik nooit de voorzichtigheid kwijtgeraakt voor het verliezen of beroofd worden van je spullen. We zullen er deze vakantie vaak bivakkeren, ook al zijn we geen strandliefhebbers. De gezelligheid overheerst en ons hotel heeft geen noemenswaardig zwembad.
Laat in de middag parkeren wij onze scooters aan de zijkant van het restaurant en lopen het buitenterras op. Daar is Julia, onze kennis. Een bestelling wordt afgeraffeld en dan schiet ze onze kant op. Een heel ritueel van kussen, omhelzen en welkom heten volgt. Dan krijgen we een rondleiding langs het overige personeel. De kok en eigenaar, zijn zoon, andere serveersters. Het kan niet op. Op de Griekse eilanden hebben ze het ‘warme’ welkom uitgevonden.
Tijd voor een drankje; "Wat willen jullie drinken?" Een droge witte wijn van plaatselijke origine voor mij en een wodka met bosbessensap op speciaal recept van Julia, voor Mar. Als de drank komt gaat Julia er ook even bij zitten. Er is veel gebeurd in het winterseizoen. Ze is van haar man af, want die trok het niet dat ze veel aan het werk was in de zomer en zij trok het niet dat haar man in de winter constant om haar heen hing. Ze is nu op zoek naar een huisje in de stad. Ze heeft een eigen huis in een dorp verderop, maar daar gebeurt niet veel en is eigenlijk net te ver om haar gebroken dienst in het restaurant te draaien. Ze moet dan twee keer op en neer rijden en naast de benzine kost dat ook heel veel tijd. Het is lastig om iets leuks te vinden want ze moet een extra slaapkamer hebben voor haar zoon die meeverhuist.
Julia is een feestbeest geworden het afgelopen winterseizoen. Op haar Facebook zagen we constant filmpjes van het volgende feestje waar ze aanwezig was, dansend en zingend. Ze heeft het naar haar zin. Blijven we eten? Ja, natuurlijk. De kaart wordt gehaald en er wordt bij gezegd dat alles aan te passen is aan onze allergische wensen, en dat zijn er nogal wat. We nemen nog een drankje. Wodka à la Julia is inmiddels een begrip in het restaurant. Of ze er nou zelf is of niet. We bekijken de kaart en komen tot de conclusie dat er best wat moet worden aangepast. Het zijn allemaal luxe gerechten waar we waarschijnlijk last van gaan krijgen.
Dan komt een andere serveerster die een uitgebreide salade bij ons op tafel zet. Met bordjes en bestek. Dank je wel. Wat een welkom. Een man aan het tafeltje naast ons kijkt ons wat beteuterd aan, maar wenst ons vriendelijk smakelijk eten als we zijn kant opkijken. “Met zo’n salade krijg ik straks geen avondeten meer naar binnen", verzucht ik na een paar happen. “Wel lief dat ze zo goed voor ons wordt gezorgd en dat Julia nog weet van vorig jaar dat jij van de salades bent”, zegt Mar. Dan komt Julia schaterlachend aan onze tafel staan. “Die salade is helemaal niet voor jullie, die is voor hem”, terwijl ze wijst naar de man die eerder beteuterd heeft gekeken. In rap Grieks wordt het ook aan hem uitgelegd. De man kan er gelukkig om lachen. We bieden hem een drankje aan voor de extra wachttijd, maar daar wil hij niets van weten. “Maar dan rekenen we wel de salade af.” Maar daar wil Julia niets van weten. “Die krijg je van mij”, is haar korte antwoord en weg is ze weer. Het voelt niet lekker, alsof we deze gastvrijheid hebben afgedwongen. We maken het goed door nog stevig door te drinken, rondjes te geven en na een uitgebreid consult van de kok, ons late avondeten te nuttigen. Wie goed doet, goed ontmoet.