Dodemansrit

We zijn eigenlijk altijd op tijd. Heb ik beetje van mijn vader.  Die zorgde er vroeger al voor dat hij zelfs als hij autopech zou krijgen, nog lopend op tijd op zijn werk zou komen. Hij vertrok altijd ruim van tevoren, niet omdat hij zo’n zenuwpees was, maar gewoon omdat hij niets aan het toeval wilde overlaten. De klok was zijn bondgenoot, de weg zijn vijand. En ik? Ik had het van hem geleerd, die drang om altijd op tijd te zijn. Het werkte geruststellend, meestal.


We zijn weer eens op een Grieks eiland. Vakantiegevoel. Het plan is om met de taxi naar het vliegveld te gaan, ruim op tijd uiteraard. Maar terwijl we wachten, begint er iets te knagen. De taxi is laat. Eerst een paar minuten, dan een kwartier. Mijn zenuwen nemen het langzaam over, alsof ik mijn vader hoor mompelen: “Zouden we niet alvast moeten gaan lopen?”

De tijd tikt door en met elke seconde wordt de reis naar het vliegveld steeds korter. Net op het moment dat ik op wil springen om een alternatief te zoeken, komt de taxi eindelijk de hoek om. Een gevoel van opluchting, maar slechts van korte duur. De chauffeur, een man van middelbare leeftijd met zonnebril en sigaret in zijn mondhoek, glimlacht ontspannen. “Je moet je geen zorgen maken,” zegt hij met een gebroken Engels accent. “Als je een taxi bestelt, kom je altijd op tijd op je bestemming.”

Mijn innerlijke klok begint harder te tikken. De weg naar het vliegveld is lang en bochtig, en de man lijkt dat niet als een probleem te zien. Integendeel. Zijn voet duwt het gaspedaal met een vastberadenheid die me ongemakkelijk maakt. Auto’s schieten voorbij, hij slingert tussen vrachtwagens door, en haalt in op plekken waar ik mijn ogen sluit. Mijn knokkels worden wit van het vasthouden aan de deurklink. Dit is geen rit meer, dit is een dodemansrit.

Maar de chauffeur blijft onverstoorbaar. “Grieks eiland, geen probleem,” mompelt hij nog terwijl hij met ruim 100 km/u over de smalle weg scheurt. Elke bocht lijkt een uitdaging die hij maar al te graag aangaat. En dan, plotseling, zonder waarschuwing, zijn we er. Het vliegveld. Op tijd. Natuurlijk.

Ik kijk naar de chauffeur en hij knipoogt. “Altijd op tijd,” zegt hij, alsof dit allemaal de normaalste zaak van de wereld is. En misschien, hier in Griekenland, is dat het ook wel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten


Je kunt me ook volgen op: