Door Jeroen Geerts
"Bah! We gaan toch zeker geen programma maken over kunst? Nou, okay dan, maar dan wel om half twaalf in de avond. Of kunnen we het misschien 's nachts uitzenden?"
Het is een korte samenvatting van een discussie op de redactievloer. Wanneer dat was? Maakt niet uit. Het lijkt van alle tijden.
Ik probeer altijd iedereen ervan te overtuigen dat het brengen van een boodschap al bijna de hele boodschap is. 'We gaan een boekenprogramma maken' is een voornemen die tot mislukken gedoemd is. 'Hoe gaan we boeken onder de aandacht brengen van onze doelgroep' is een opdracht die meer succesvol kan zijn.
Want alles zit 'm in het 'hoe' en niet zozeer in het 'wat'. Wat maakte de geschiedenisles die ik vroeger kreeg tot een goede les? De manier waarop de les gegeven werd. Door een lerares die in staat was ons te boeien. Dat zit voor 90 procent in de persoon en -alweer- bijna niet in de boodschap. Die boodschap was bij de andere leraar geschiedenis hetzelfde, maar die kon niet boeien, dus leerlingen die bij hem zaten hadden een hekel aan geschiedenis.
Zo werkt het volgens mij bij alle boodschappen. Het voorbeeld dat ik altijd aanhaal is Pierre Janssen. De man was in staat om met zijn bibberende vingertje beeldende kunst op een unieke manier over te brengen. Ook als je niet van kunst hield, het was boeiend. Niet voor niets is er een methode naar hem vernoemd: 'De Methode Janssen.'
Ik denk dat ik in verschillende brainstormsessies om meer aandacht te krijgen voor een bepaald onderwerp heb geroepen: "We hebben Pierre Janssen nodig". Dat leidde dan weer tot verbaasde blikken van jonge collega's die nog nooit van hem gehoord hadden. Maar de ouderen, die hem wel op tv hebben gezien knikten bedachtzaam.
Nu komt er volgend jaar een biografie en een expositie over hem. Ik ben heel benieuwd wat ze gaan exposeren over 'De Meesterverteller.'